Richard Ritterbeeks

Richard Ritterbeeks

Bas

Interview met Richard Ritterbeeks

‘Na jaren fulltime muzikant te zijn geweest, kwam ik er achter dat muziek alleen, niet zalig makend voor mij is! Ik heb er voor gekozen om een speeltuin van mijn leven te maken met: mijn gezin met dochtertje, werk in psychiatrie als trajectbegeleider (rehabilitatie-expert), studeren, muziek, sport centraal.

Dit werkt perfect voor mij, zeker omdat muziek te mooi is om er niet meer van te kunnen genieten. Daarnaast werkt deze organisatie/inrichting van mijn leven positief op mijn autonomie en vergroot hierdoor het plezier in mijn leven!’

Na volumia! gespeeld in:

the Crox

2001 – 2004, samen met Axel, Robin, Pieter en Ralph.

Treble

2006 – 2007, invaller en vaste bassist laatste tour.

Marcel Coenen

2005 tot heden betrokken bij Soloprojecten van deze progressieve metal gitarist. Album ‘Colour Journey (2006, Lion Music), live dvd ‘A live time journey’ (2007, Lion Music).

Invaller bij progressieve metalband Sun Caged. Tussendoor soms een optreden met Time Machine, ook samen met Marcel, ‘niet repeteren, gewoon knallen!’

Henk Westbroek en consorten

2005 – 2008, denk aan liedje ‘Julia’

Jodymoon

2007 – 2009, singer-songwriter duo. Ontzettend goede muziek maar nog steeds niet doorgebroken. Ik draag ze nog steeds een warm hart toe.

Het Goede Doel

2008 tot heden, Wie kent ze niet, Henk Westbroek en Henk Temming? www.hetgoededoel.be

Daarnaast veel als invalbassist gewerkt, studiosessies (bijvoorbeeld L1 laat-tune). Momenteel vanuit thuisstudio bezig met opnames voor andere studio’s, ‘Baspartijtje inspelen en droppen op dropbox, en voila’.

veel goeds en groet Rich

 


 
Take the long way home
Richard Ritterbeeks (28-08-1969)

Wie ooit te laat wil komen voor een afspraak, die rijdt met Richard Ritterbeeks mee en vraagt hem naar een korter binnenweggetje. Er is geen enkel bandlid van Volumia! dat niet minstens één hilarisch voorbeeld kan geven van het volslagen gebrek aan wat ook maar in de buurt van een oriëntatiegevoel komt, als het over Richard Ritterbeeks gaat.
Dat er voor de rest vooral met soms aan vertedering grenzende sympathie over de bassist wordt gesproken, ligt vooral aan Richards goeïgheid. Harold: ‘Richard is binnen de band een beetje de susser. Degene die de goede vrede wil bewaren. Het is een goed voorbeeld van iemand die echt alles uit zijn hart goed wil doen.’ Birgit: ‘Hij is honderd procent betrouwbaar. Een echte gentleman, ook. Toen we allebei studeerden, bleef hij wel eens bij me slapen. Hij zal dan nooit proberen avances te maken. Hij ging gewoon pitten en `s morgens werd ik wakker van zo`n poing-poing-geluid. Dan zat Richard te bassen. Vond ik zo schattig.’

Richard manoeuvreert zijn Peogeot 306 door Nijmegen. Uit de speakers loeit de stem van Jimmy Barnes. Hij parkeert voor een studentenhuis nabij jongerencentrum Doornroosje, waarop zijn verdieping de muren ruimte bieden aan een bonte verzameling posters van afwisselend Volumia!-optredens en Thaise massagesalons. Hier woont Richard met zijn vriendin Liesbeth Brussen, die hij zes jaar geleden bij een optreden leerde kennen, met hun twee dikke katers en een naaktkat die ongewild doet denken aan een Gremlin. Hier heeft hij ook een klein studiootje, waar hij een beetje ‘aankloot’: muzikantentaal voor muziek maken op basis van volledige vrijblijvendheid.

In het leven voor Volumia! was Richard triatleet. Dronk geen druppel. ‘En toen kwam hij bij ons en binnen een jaar was hij bedorven,’ zegt Eric. Dat is een beetje overdreven, maar feit is wel dat ook bij Richard, geheel in Volumia!-traditie, sport het tegenwoordig vooral goed doet op het lijstje met voornemens voor het volgend jaar.
‘Ik ben nu passief en fanatiek sporter,’ zegt Richard. ‘Ik denk er heel veel aan.’
Richard groeide op in Stein. Pa was elektricien, ma huisvrouw. Samen met zijn oudere zus een eenvoudig arbeidersgezin. Richard was altijd buiten te vinden. Nam ie voor `s avonds een zak aardappels mee, om samen met zijn vriendjes boven het vuur te poffen.
Als ‘aartslui type’ had hij geen zin om naar de havo te gaan, terwijl hij die wel zou hebben aangekund. De lts werd het, en vervolgens de opleiding Brood en Banket in Heerlen. Zo simpel, het was een regelrechte vakantie. Tijd genoeg in ieder geval om daarnaast parttime te werken. In de praktijk werkte hij vooral in de ‘koude keuken’ en dan met name de patisserie. Achter het fornuis staan was geen succes: ‘Daar werd ik vrij snel weggehaald.’
En de overtollige lichamelijk energie, die verdween dus in sport. Voetbal, zwemmen en later triatlon. Dat laatste fanatiek, en niet zo`n beetje ook. Elke dag trainen. ‘Sloeg ik een dag over, dan voelde ik me schuldig.’ En alles met een hartslagmeter. Het hart als graadmeter. ‘Ik had een hartslagmeter op mijn horloge. Zat ik voor de televisie, dan keek ik op mijn horloge. Was de hartslag goed, dan was ik blijkbaar goed aan het ontspannen.’ Datzelfde hart bleek bij doktersonderzoek hartruis te bezitten waardoor topsport Richard werd afgeraden. Al was er een militaire dienst voor nodig om Richards sportieve fanatisme helemaal de kop in te drukken.

Dat hij na zijn diensttijd Voeding en Diëthiek wilde gaan studeren, kwam nog voort uit de ergernis over de begeleiding die fanatieke sporters van diëtisten kregen. ‘Van die huismussen die alleen maar zeggen wat je niet mag eten. Ik kon me daar zo op ergeren. Volgens mij kon dat heel anders.’ Maar dat moest dan wel met veel kennis van de exacte vakken, een wegens een gebrek daaraan koos Richard toch maar voor de richting Voeding en marketing.
Waarom, tja, vraag het hem niet. Want wat hij echt wilde, was de kunstacademie. Gebrek aan lef was wat hem tegenhield. ‘Het leek me geweldig, maar aan de andere kant zag ik er geen brood in. Het was de onzekerheid over de toekomst die me afhield van wat ik eigenlijk wilde doen.’
Hij werkte als kok in een instellingskeuken, toen het aantal optredens van Volumia! drastisch toe begon te nemen. ‘Dan speelden we ergens, bleven we lang hangen, reden we `s morgens terug en werd ik meteen gedropt bij mijn instelling. Liep ik vanuit het optreden zo de keuken in om daar weer te werken. Zoiets wil ik nooit meer doen.’

‘Op een gegeven moment,’ zegt Richard, ‘kom je erachter dat het uiteindelijk gaat om de dingen die je leuk vindt.’ Bassen in Volumia!, dat vond hij leuk. De opleiding niet. Waarmee de keuze gemaakt was. Stoppen.
Ook als dat op zijn tijd betekende dat hij geen cent te makken had. ‘Maar wat je nooit hebt gehad, kun je ook niet missen.’
Dat bassen begon in de pubertijd. Richard luisterde naar new wave en punk. Bands als The Cult, The Cure en The Clash. Maar het was Doe Maars Hennie Vrienten die Richard tot de bas aanzette. Hij leerde de beginselen van klassiek gitarist, op Richards zelfgekochte ‘opgevoerde multiplex bas van 275 piek’. Zijn eerste bandje heette Disturbtion en lag in het straatje van Richards muzieksmaak. Het trio The Orphius Syndrome, dat nooit verder dan het oefenhok kwam, bewoog zich vervolgens ‘ergens tussen The Mission en New Model Army in’, alsof de ruimte tussen die bands zo groot was. Heel even speelde hij elektrische gitaar, maar zo vindt Richard, ‘een gitaar voor watjes.’ Dat vindt hij niet zomaar uit stoerheid, voegt hij eraan toe, maar uit liefde voor de bas. ‘Een bas is een echt ploeterinstrument. Het is een dikke klomp hout waarop gewerkt moet worden. Een gitaar, met zijn dunnere gitaren en geringere gewicht, klinkt gelijk waanzinnig als je een effect intrapt. Ik vind een bas puurder. Bovendien ben je de schakel tussen ritme en melodie. En vaak de meest ondergewaardeerde kracht in een band.’

Dat laatste geldt op persoonlijk gebied ook een beetje voor Richard zelf, vindt Harold. ‘Zijn mening legt wel eens te weinig gewicht in de schaal. Dan komt hij even niet uit zijn woorden en lijkt zijn aardigheid tegen hem te werken.’ ‘Als Richard zich laat afblaffen, dan kruipt hij in zijn schulp,’ zegt zijn vriendin Liesbeth. ‘Wordt aan gewerkt,’ zegt Richard. ‘Maar mijn vader is ook zo. Dus eigenlijk vecht ik een beetje tegen mijn eigen genen.’ Bovendien, zo voegt Richard toe, handelt hij uit overtuiging. ‘Als ik iemand netjes behandel, ga ik ervan uit dat hij me ook zo behandelt. Misschien ben ik op dat gebied wel overdreven beschaafd opgevoed. Op het softe af. Maar ik vind nog steeds dat het eigenlijk zo hoort.’
Met als resultaat dat Richard wel echt kan luisteren, zegt Tamara. ‘Als Richard aan je vraagt hoe het met je gaat, wil hij dat ook echt weten. Het gaat verder dan beleefdheid. Hij gaat zitten en zegt: nee, hoe gaat het echt?’ Al draait Richard er niet omheen dat zijn opvattingen over minstens tweedederde van de drie-eenheid seks, drugs en rock `n roll volledig afwijken (streng: ‘Rock `n roll is muziek. Niet een zelf aangemeten gedrag.’), binnen de band is vooral Robin zijn maatje: ‘Ik ben een beetje zijn grote broer. Muzikaal zitten we ook op één lijn, met onze voorkeur voor stevige bands als Living Colour.’ Dat ze nu allebei in een band spelen die met Living Colour tamelijk weinig heeft uit te staan, heeft dezelfde reden. Pragmatisme. Richard: ‘Ik speel nu soms drie keer per week. Ik had ook drie keer per week kunnen repeteren met een band die volledig in mijn straatje ligt, om vervolgens eens per kwartaal op het podium te staan.’ Omdat er behoefte aan een uitlaatklep blijft, hebben de twee wel een eigen projectje: Jansen en Jansen. Richard: ‘Daar kunnen we onze voorkeur aan gerag in kwijt. Kunnen we zo hard repeteren, dat we naderhand doof zijn.’

Richard is stronteigenwijs, zeggen zijn mede-bandleden. Eric: ‘Als iedereen roept: “linksaf”, zal Richard zeggen: “nee, rechtsaf.”’ ‘Dat ligt toch iets genuanceerder,’ meent Richard zelf eigenwijs. ‘Ik leer liever iets zelf, dan dat ik het zomaar van andere overneem. Zo weiger ik handleidingen van apparatuur door te nemen. Ik ontdek liever zelf hoe zo`n ding werkt. Ja, en dan gaat er wel eens wat mis.’ Hij denkt even en zegt dan ronduit: ‘Eigenlijk heb ik gewoon het patent op misgaan. Liesbeth zegt wel eens dat ik eigenlijk een punker ben, omdat ik een eigen mening heb die vaak tegendraads is.’ Liesbeth: ‘Wat je ziet, is wat je krijgt. Dat is het leuke aan Richard.’

Op dit moment heeft hij naast Volumia! geen bezigheden. Ook geen plannen. Al komt dat besef op dat alles eindig is, ook een band. ‘Met dergelijke gedachten hield ik me vroeger niet bezig. Dat durfde ik niet. Nu zeg ik: Volumia! is heel belangrijk voor me, maar er is meer. Ik staar me nergens meer blind op.’

‘Maar nog even over die eigenwijsheid,’ zegt hij opeens. Hij heeft daar een theorietje over. ‘Eigenwijs hoeft niet altijd negatief te zijn. Hoewel het vaak zo kan uitpakken. Maar een kuiken heeft ook niet van tevoren van de kip gehoord hoe hij naar buiten moet kruipen. En daar gaat het om: ik wil zelf uit dat ei leren kruipen.’

Richard:

“Richard, jij doet de dingen waarvan ik alleen maar gedroomd heb.” (Pa’s woorden en het grootste compliment dat ik ooit heb gekregen).
Volumia, zo’n één derde van mijn leven bestond hieruit. Studie gestopt, banden met je relatie, familie en vrienden lijden hieronder, iedereen moet daar maar begrip voor hebben. Dit omdat zij weten dat dit uniek is, thanx!
Het was een tijd vol avontuur, spannende dingen, lachen, tranen, te veel om uit te leggen. Nu is de tijd om verder te groeien, mijn eigen pad bewandelen.
Guys, wij komen elkaar nog tegen, we kennen mekaar al veel té lang………………..